In het hier gepresenteerde onderzoek is gekeken naar hoe mosselen zich gedragen in verschillende seizoenen en hoe hun interacties met elkaar worden beïnvloed door de veranderingen in de natuurlijke omgeving. Hoe komt het dat een mossel anders reageert als de omgevingscondities anders zijn. Is dat een effect van voedsel, van temperatuur of van voedselkwaliteit? Mosselen leven in groepen, zijn plaatsgebonden en hun gedrag, groei en overleving wordt beïnvloed door de omgeving,  zoals hoeveel voedsel er beschikbaar is, de temperatuur van het water en hoe sterk de stroming is. De dichtheid  waarin de mosselen leven is hierin een belangrijke factor. Bij een lage dichtheid zitten ze elkaar minder in de weg en is er meer voedsel te verdelen. Een hoge dichtheid zorgt juist voor meer concurrentie tussen de mosselen, maar aan de andere kant zijn de mosselen wel beter beschermt tegen wegspoelen of tegen vraat door bijvoorbeeld krabben. 

In een experiment hebben we onderzocht of het voordeel en het nadeel van leven in een hoge dichtheid constant is of dat dit verschilt gedurende het jaar. We verwachtten hierbij te vinden dat in de zomer als de omstandigheden voor mosselen goed zijn (veel eten, gematigde temperaturen en weinig stroming), groei het meest belangrijk is en dat mosselen in een lage dichtheid beter presteren dan in een hoge dichtheid. Maar in de winter als de omstandigheden slecht zijn (weinig eten, lage of hoge temperaturen en sterke stroming) verwachten we dat de mosselen juist beter overleven als ze dicht op elkaar zitten, onder die omstandigheden zou een lage dichtheid dan nadelig zijn.

Om dit te onderzoeken, plaatsten we mosselen in 10 verschillende dichtheden in kooien in ondiep zeewater en na 1 maand werd gemeten hoe goed ze gegroeid waren, hoe ze bewogen en hadden en hoeveel mosselen het overleeft hadden. Dit experiment is gedurende een jaar zeven keer herhaalt. Tijdens deze hele periode zijn de omgevingscondities continu gemeten (Fig. 1). 

Fig. 1 De omgevingsomstandigheden tijdens de 7 experimenten (die elk ongeveer 1 maand duurden). Bovenste grafiek is de watertemperatuur, middelste grafiek is de hoeveelheid chlorofyl a (dat is een indicatie van de hoeveelheid voedsel) en de onderste grafiek is de turbiditeit, dat zegt iets over verstoring (opwoelen sediment) en over voedselkwaliteit.

Dit leverde interessante resultaten op. In de zomer waren de mosselen het meest actief. Ze klitten meer samen en hun interacties waren sterker. Maar als de winter naderde en het kouder werd, werden de mosselen minder actief. Ze klitten minder samen, groeiden minder snel en bij de laagste temperaturen daalde het aantal mosselen dat overleefde als ze dicht op elkaar zaten. Wat verrassend was en anders dan we verwacht hadden, was dat in de zomer onder de meest gunstige omstandigheden de overlevingskansen van de mosselen beter waren als ze dicht opeengepakt zaten. Maar in de winter, als de omstandigheden moeilijk waren, overleefden ze beter als ze als meer verspreid waren. Dit patroon laat een duidelijke seizoen trend zien (Fig. 2).

Fig. 2 interactie tussen mosselen: hoe hoger boven de stippellijn hoe beter mosselen presteren in een hoge dichtheid (positieve interacties: ze hebben voordeel van elkaar) onder de stippellijn is er juist sprake van concurrentie tussen mosselen (ze hebben last van elkaar). 

Dit patroon kan verklaard worden, door te kijken naar het gedrag van de mosselen. Als mosselen actief zijn (zoals in de zomer) zijn ze continue op zoek naar een voordelige plaats om zich te voeden. Daarbij kruipen mosselen naar elkaar toe en klimmen ze op elkaar om zo hoog mogelijk boven de bodem te komen. Mosselen die alleen zijn kunnen dit gedrag niet vertonen en zullen moeilijker bij het voedsel komen en daarbij kunnen ze ook moeilijk uit het sediment omhoog komen. Ze worden dan als het ware begraven en presteren daardoor slechter. Er is in de zomer dus meer concurrentie om voedsel – dat zien we ook, omdat de conditie van de mosselen dan lager is bij hoge dichtheden, maar er is ook meer positieve samenwerking waardoor de overleving bij hoge dichtheden ook hoger is. De mosselen hebben voordeel van elkaar voor hun overleving. 

Om het functioneren van mosselen beter te begrijpen is het dus van belang om rekening te houden met het gedrag van de mosselen en dat gedrag is in de winter anders dan in de zomer. 

Bovenstaande is gepubliceerd als: Capelle JJ, Hartog E, Wilkes T, Bouma TJ (2023) Seasonal variation in the balance and strength of cooperative and competitive behavior in patches of blue mussels. PLoS ONE 18(10): e0293142. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0293142

Laat commentaar achter